AOW’ers met een LAT-relatie, die dus allebei hun eigen huis hebben, kunnen rekenen op een hogere uitkering.
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken versoepelt de regels voor lattende stellen per 1 februari.
Ongehuwde AOW’ers die een eigen (huur)woning hebben krijgen voortaan 70% AOW, indien ze een partner hebben die ook een eigen (huur)woning heeft.
Vanuit de Tweede Kamer was veel kritiek op de strenge samenwoonregels waarop lastig kon worden toegezien door de controlerende instantie Sociale Verzekeringsbank (SVB).
In de ogen van de controleurs van de SVB bleken AOW’ers soms samen te wonen, terwijl die mensen er zelf van uitgingen gescheiden huishoudens te voeren. Dat had gevolgen voor de hoogte van de uitkering, plus dat er een boete bovenop kwam.
Veel gehoorde kritiek was dat onder andere onduidelijk was hoeveel tijd gepensioneerden bij elkaar mogen doorbrengen voordat ze samenwonen en of bijvoorbeeld de auto gedeeld kan worden. Voor veel ouderen was absoluut niet duidelijk waar de grens lag.
“De wetsaanpassing zal heel veel onduidelijkheid wegnemen”, hoopt D66-Kamerlid Van Weyenberg. Volgens hem wisten gepensioneerden vaak niet waar ze aan toe waren door de vage regels en vreesden veel goedwillende AOW’ers per ongeluk de wet te overtreden.
De wetswijziging heeft tot gevolg dat het kabinet meer geld kwijt is aan AOW-uitkeringen. Naar schatting gaat het om zo’n 25 miljoen euro per jaar. Klijnsma heeft hiervoor geld gereserveerd op haar begroting.
Een AOW’er die alleen woont en een eigen huurwoning heeft, ontvangt 70% van het netto minimumloon. Een getrouwde of samenwonende AOW’er ontvangt slechts 50%.
Lees ook:Meer AOW voor stellen in een LAT-relatie
Lees ook:Net als in de film: trouwen in je eigen huis of tuin
Lees ook:Hilversums huis waar je kunt slapen met je gestorven geliefde
Lees ook:Nederlandse 30′ers en 40′ers zijn dol op ‘latten’
Lees ook:Babyboomers zijn energieker dan hun 30′ers-kinderen
