Paren, copuleren, coïteren, de liefde bedrijven, noem het hoe je wilt.
In het ver-ver-verre verleden heeft moeder natuur bepaald dat het om te overleven handig is om genen uit te wisselen. Kortom: om seks te hebben.
Maar welke amoureuze strategieën zijn er sinds de oertijd overgeleverd? En wat kunnen wij hiervan leren over onze eigen relaties en seksuele verlangens?
Wetenschapsjournalist Dagmar van der Neut stelt in ‘Het beest in ons’ de uiteenlopendste vragen over liefde, seks, trouw en vriendschap bij dier en mens.
Hoe verliep seks in de prehistorie? Wat is in de vrije natuur de beste strategie om een partner te vinden? Zijn vrouwen wel zo kuis als ze zich voordoen? Zijn knappe mannen lui? Hebben koeien ook vriendinnen?
Er sneuvelen ook enkele mythes. Vogels gaan vreemd, en doen het net als wij in het geheim.
Dagmar van der Neut studeerde biologische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich als wetenschapsjournalist in gedragsbiologie en neurowetenschappen.
Ze is redacteur bij Psychologie Magazine en schrijft onder andere voor het populairwetenschappelijke maandblad Quest en de natuurglossy Roots. Het beest in ons is haar eerste boek.
De rechten zijn door uitgever Thomas Rap reeds verkocht aan uitgeverij Kiepenheuer & Witsch in Keulen, die de Duitse versie als belangrijkste non-fictie titel voor de herfst van 2015 zien.
Lees ook:In mindere tijden willen mannen meerdere vrouwen
Lees ook:‘Hard to get’ spelen is nog immer de beste verleidingstactiek
Lees ook:Deze beha gaat alleen open in geval van ‘ware liefde’
Lees ook:Vrouwen zijn SMS-meesteressen
Lees ook:Kinderwens of wanneer seks een moetje wordt
