Het evolutionaire belang van oma’s
Over de jaren die vrouwen nog leven na hun menopauze is al veel onderzoek verricht. Immers: evolutionair zijn onvruchtbarenop het eerste gezicht niet interessant en het komt voor zover bekend ook alleen maar bij mensen en walvissen voor. Er bestaat echter de zogenoemde ‘grootmoederhypothese’. Deze aanname zou weleens wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden. Oudere vrouwen vergroten namelijk de kans op overleven van hun nageslacht.
Zo blijkt uit onderzoek van Carla Aimé en collega’s van het ‘Institute of Evolutionary Sciences’ in Montpellier, dat in PLOS Computational Biology is gepubliceerd.
Het is evolutionair voordelig als grootmoeders hun energie steken in de ondersteuning van hun kinderen en kleinkinderen in plaats van hun eigen verdere voortplanting. Bovendien kunnen ze door hun kennis en ervaring de groep helpen om gezonder te zijn en beter te overleven. De wetenschappers verklaren de jaren na de menopauze dus niet als een bonus, maar als een evolutionaire strategie.
Recente inzichten wijzen ook in de richting van een onbedoeld bijeffect van oude vaders. Mannen blijven in principe tot hun dood vruchtbaar en hoe ouder ze worden, hoe meer nakomelingen ze kunnen produceren. Zowel hun zoons als dochters profiteren daarmee van de goede genen die hun vader de hoge leeftijd laat bereiken.
En tenslotte ontdekte VU-socioloog Teun Geurts een aantal jaren geleden tijdens zijn promotiestudie dat het zorgen voor kleinkinderen ook weer een effect de andere kant uit heeft. Door de zorg krijgen ouders en kinderen een betere band en is de zorg voor de ouders wanneer zij echt oud worden, tevens beter gegarandeerd.